Hoe leer je wiskunde?

Zo onthoud je de theorie:

Theorie vind je vaak in kaders terug of in het begin van een hoofdstuk. Misschien staan er wel definities, formules bij of bewijzen die je van buiten moet kennen.

Mijn tip voor jou? Schrijf ze op een woordkaartje.

👉 Knip een papier in stukken en schrijf op twee kanten. Op de ene kant het begrip en de andere kant de formule en de andere kant het begrip. Doe dat voor alle theorie.

👉 Leg alle kaartjes op tafel of schud ze tot een stapeltje en probeer te formuleren wat er op de achterkant staat. In het begin moet je hard nadenken, maar na een tijdje gaat het steeds vlotter.

👉 Controleer je antwoord door het kaartje om te draaien en leg hem opzij

👉 Moeilijke kaartjes kun je apart stapelen om extra te herhalen!

Zo krijg jij de oefeningen onder de knie:

We weten allemaal wel dat oefeningen maken voor wiskunde een goede manier is om je voorbereiden voor de toets. De toets bestaat dan ook vooral uit diezelfde soort oefeningen! En toch… toch houden we het vaak bij lezen, bekijken van die oefeningen. Zo krijg je soms het onterechte gevoel dat je het kan.

Maak eens een oefentoets.

👉 Schrijf de opgaves uit je boek over die belangrijk lijken. Zorg dat je van elk onderdeel minstens één oefening in je toets hebt gezet. Kies niet altijd de makkelijke opgaves, maar ga ook voor de hersenkrakers! Je kan er ook voor kiezen om wat theorie in je toets te bevragen.

👉 Vul je toets in (zonder je boek, zoals in het echt!).

👉 Verbeter nadien aan de hand van je oplossingen in je boek.

En? Toch niet meer zo zeker van je stuk? Niet erg! Gelukkig is het maar een oefentoets en kun jij nog even de leerstof in duiken.

Heb je wel goed gescoord? Dan ben jij helemaal klaar voor de toets!