Een examen invullen doe je niet halsoverkop, maar hoe dan wel?
🎮 Eerst en vooral: lees de spelregels! Die richtlijnen die vaak bovenaan je blad staan. Daar zie je meestal hoeveel tijd je krijgt en welke middelen je mag gebruiken.
Maar hoe begin je aan je vragen? Er zijn drie manieren:
⚡️Als je examen uit niet te veel vragen bestaat, kun je er voor kiezen om voor elke vraag de moeilijkheidsgraad in te schatten. Bij een makkelijke vraag zet je vb. een 1, bij een vraag waarbij je al iets langer moet nadenken zet je een 2, en bij de echte hersenkrakers schrijf je een drietje.
Begin dan met de makkelijkste vragen, de eentjes, Die punten heb je alvast in de sjakos. Ga dan naar de tweetjes, enzovoort. Panikeer niet als je niet meteen het antwoord weet en durf even naar een andere vraag te switchen. Even later vind je het antwoord waarschijnlijk wel.
⏰ Je kunt ook de beschikbare tijd verdelen over de verschillende vragen. Als je vaak tijd te kort komt op een examen, is deze strategie iets voor jou! Houd ook hier rekening met de moeilijkheidsgraad. Een vraag die moeilijker is, vraagt nu eenmaal meer tijd – vb. 15 minl Ook de puntenverdeling heeft er mee te maken. Aan die 10-punten-vraag zul je ongetwijfeld ook meer tijd spenderen.
Voorzie ook wat tijd om al je antwoorden op het einde door te nemen.
💫 En dan heb je nog het rondesysteem.
Deze komt vaak goed van pas bij een multiple choice examen, maar kun je ook bij andere vormen gebruiken. Hierbij ga je steeds per ronde alle vragen overlopen. De eerste ronde vul je de gemakkelijke vragen in, de tweede ronde de moeilijkere vragen en de derde ronde houd je voor de vragen waar je goed over moet nadenken.
Welke strategie kies jij?
Reactie plaatsen
Reacties